2008-02-23

Kooldraadlamp


Carbon filament lampDe geschiedenis van de kooldraadlamp gaat terug tot de eerste gloeilampen van Göbel en Edison. Dit verlichtingstoestel is thans grotendeels verdrongen door meer efficiënte lampen, behalve dan voor een aantal specialistische toepassingen en voor de behoeften van de echte verlichtingsenthousiasten.

Onlangs wou ik enkele van dergelijke lampen aankopen in het kader van een didactisch project. Ze waren echter niet meer in de handel te vinden; enig onderzoek toonde aan dat de productie van kooldraadlampen door Philips in 2007 werd stopgezet: onder invloed van de Aziatische concurrentie werd de laatste gloeilampenfabriek van Nederland gesloten.

Op deze wijze verdween dit product na meer dan een eeuw geruisloos van de markt, buiten de plaatselijke pers heeft niemand hier veel aandacht aan besteed.

Binnen het globale verlichtingsaanbod was de kooldraadlamp weliswaar een marginaal product geworden, dat evenwel nog zijn kleinschalige toepassingen kende. De globalisatie van de kapitalistische economie heeft hier echter anders over beslist, en dit niet alleen ten koste van een kleine schare van trouwgebleven gebruikers van kooldraadlampen, die eens te meer herleid worden tot consumenten die mogen slikken wat de markt voor hen beslist.

In voorkomend geval zijn echter ook de ingenieursstudenten het slachtoffer: voor hen vormde de kooldraadlamp een interessant elektrisch studieobject (onder andere wegens de negatieve temperatuurscoëfficiënt van de kooldraad), maar was kennismaking met deze lamp vooral essentieel in het kader van hun bewustwording van de geschiedenis van de technologie en van het belang van het elektrisch technologisch erfgoed.

De nieuwlichters (in figuurlijke en hier ook in letterlijke zin!) zal men echter niet horen klagen over het verdwijnen van deze onefficiënte lamp, hoewel men wel kan stellen dat door het beperkte aantal in gebruik zijnde kooldraadlampen hun invloed op het energieverbruik verwaarloosbaar is. Zij willen hoe dan ook het gebruik van alle gloeilampen verbieden, op basis van energetische argumenten. Zoals wij eerder in deze kolommen reeds berichtten, is deze problematiek echter meer complex dan ze lijkt. Bovendien wordt er in dit kader meestal voorbijgegaan aan het feit dat de voorschakelapparatuur van de zogenaamde spaarlampen zorgt voor het optreden van niet-sinusoïdale belastingsstromen en harmonischen, welke tot netvervuiling en storingen kunnen leiden. Het begrijpen van dergelijke fenomenen vereist echter een zekere kennis van de elektriciteitsleer, die bij het overgrote deel van onze leidende politieke en economische klassen jammer genoeg slechts in beperkte mate aanwezig is...



Labels: ,

2007-11-26

Een paal in de haven

Old lighting post in Antwerp port areaErgens in het oude havengebied staat er een verlichtingspaal. Geen bijzonder nieuwsfeit zou u denken, ware het niet dat het hier om één van de weinig overgebleven voorbeelden gaat van betonnen verlichtingspalen met boogvormige kop, die gebruikmaken van lagedruk natriumlampen van de eerste generatie. Dergelijke palen waren vroeger terug te vinden langs de grote wegen (onder andere de N1 tussen Mechelen en Antwerpen, tot in de jaren 1970), maar ook langs waterbouwwerken zoals sluizen, zo bijvoorbeeld het sluizencomplex op de Dijle te Mechelen. Al deze voorbeelden zijn reeds lang verdwenen, en dit paaltype scheen enkel nog in de herinnering voort te leven, tot wij haast per toeval dit overlevende exemplaar konden vinden. Een zeldzaam exemplaar, dat wellicht aan de sloper ontsnapt is door zijn afgelegen ligging.
Old lighting post in Antwerp port areaDe lamp brandt echter al lang niet meer (de voedingsdraden zijn afgeknipt) en de paal is reeds enigszins aangetast door betonrot. Het gaat dus om een bedreigd stukje erfgoed. Gezien het unieke karakter van deze paal zijn er dus dringende beschermingsmaatregelen aangewezen om hem te kunnen conserveren en in zijn eer en glorie te herstellen als getuige van de vroege elektrische openbare verlichting.

Hopelijk zien de verantwoordelijken ook de waarde in van dergelijke bescheiden elementen, en kan deze paal, wellicht de laatste in zijn soort, bescherming genieten als monument. Ook voor het "kleine" monument moet er aandacht zijn!


Labels: ,

2007-03-29

Gloeilampen

Carbon filament lamp
In het kader van de beperking van het energieverbruik en de CO2 problematiek wil men in Australië tegen 2010 het gebruik van gloeilampen verbieden. In Europa gaan stemmen op voor gelijkaardige maatregelen.
Het vervangen van gloeilampen door energiezuinigere lampen, zoals de compacte fluorescentielampen (spaarlampen) is inderdaad een stap in het verwezenlijken van energiebesparingen. De spaarlampen hebben ondertussen een groot deel van de markt ingenomen: voor een frequent gebruikte lamp laten zij inderdaad een behoorlijke energie- en kostenbesparing toe: nemen we bijvoorbeeld een brandduur van ongeveer drie uur per dag (afgerond 1000 uur per jaar) over een periode van vijf jaar gerekend, met een elektriciteitsprijs van € 0,10 per kWh:











GloeilampCompacte fluorescentielamp
Levensduur1000 h5000 h
Vermogen100 W20 W
Kostprijs lamp€ 0,50€ 8,00
Lampenkost€ 2,50€ 8,00
Verbruik500 kWh100 kWh
Energiekost€ 50,00€ 10,00
Totale kostprijs€ 52,50€ 18,00

De potentiële besparing door het gebruik van compacte fluorescentielampen is dus duidelijk.
Men moet echter in ogenschouw nemen dat voor sommige toepassingen gloeilampen nog wel aangewezen kunnen zijn: in elk gebouw, residentieel of industrieel, zijn er immers lokalen, zoals bergruimten, kelders en dergelijke, die slechts zeer sporadisch verlicht moeten worden. Bekijken we bovenstaande gegevens nogmaals voor een bedrijfsduur van drie minuten per dag (afgerond twintig uur per jaar) over vijf jaar.









GloeilampCompacte fluorescentielamp
Vermogen100 W20 W
Lampenkost€ 0,50€ 8,00
Verbruik10 kWh2 kWh
Energiekost€ 1,00€ 0,20
Totale kostprijs€ 1,50€ 8,20

De kortere levensduur van de gloeilamp is hier geen nadeel meer (de termijn zou gerust van vijf jaar naar twintig jaar of meer kunnen worden verlengd), en door de geringe benutting is de energiewinst onvoldoende om de spaarlamp te verantwoorden. De geringe benuttiging leidt tot een gering totaal energieverbruik en een te verwaarlozen milieuvoordeel.

Het milieu aspect van de spaarlamp moet overigens niet enkel in het kader van het energieverbruik worden gezien: spaarlampen zijn veel complexer dan gloeilampen; zin bevatten niet gewoon een gloeidraad, maar componenten zoals een elektronisch voorschakelapparaat en een fluorescentiebuis met fosforescentiepoeder.
Dit zou moeten het onderwerp vormen van een volledige levenscyclusanalyse (LCA) die rekening houdt met de gebruikte grondstoffen, de productie, het gebruik, de recyclage en het afval. Slechts op deze manier kan voor elke toepassing het meest gunstige alternatief worden geïdentificeerd.

Een eenzijdig verbod op gloeilampen is dan ook te beschouwen als een typisch voorbeeld van regelneverij die de burger eens te meer reduceert tot een consument, die slechts toegang heeft tot wat de uitvoerende macht en de marketing voor hem hebben beslist. In het algemeen kan gesteld worden dat door zulk beleid de maatschappelijke conditie van de intellectueel in ernstige mate wordt gecompromitteerd.


Labels:

2007-03-18

Elektriciteitsdistributie

Bovengrondse laagspanningsdistributie met isolatoren
Het blok Zeype straat - Bethaniën straat te Mechelen was één van de laatste plaatsen in de stad waar nog de traditionele laagspanningsdistributie, met bovengrondse leidingen op isolatoren, in gebruik was op het niveau van een hele straat. Enkele maanden geleden konden we dit nog op foto vastleggen.

Nu is alles voorbij: alle leidingen zijn ondergronds geplaatst, de straatverlichting gebeurt via masten op het trottoir (hetgeen wellicht de honden gelukkig zal maken...) .

De elektriciteit wordt overal de ondergrond in gedrukt: naast de laagspanning doet een zelfde evolutie zich voor met de middenspanningsnetten, die thans bijna volledig ondergronds zijn, en zelfs met de hoogspanningsleidingen, waar tegen de noodzakelijke aanleg van nieuwe verbindingen luidruchtig verzet wordt geboden, meestal door personen met een gering begrip van elektrotechnische aangelegenheden...

Het ondergronds brengen van de elektrische leidingen mag dan wel bepaalde technische voordelen hebben (bescherming tegen storm en dergelijke; alhoewel: groter risico op beschadiging bij werken allerlei!), maar het leidt tot een geringere zichtbaarheid van de elektriciteit en een minder bewuste ervaring van haar maatschappelijk belang, hetgeen ondermeer een factor kan zijn in de gestage vermindering van het aantal studenten die elektrotechniek als specialiteit kiezen.

Er is hier een kans gemist om nog een prachtig geheel van bovengrondse elektrische distributie met isolatoren te bewaren als deel van het elektrisch erfgoed en als beeldbepalend deel van het stadsgezicht. Het elektrische erfgoed is volwaardig deel van ons erfgoed en verdient meer dan ooit onze aandacht.

Labels: ,

2006-09-26

Elektrische voertuigen


In stadsvervoer, omwille van hun gunstig effect op het leefmilieu, vormen elektrisch aangedreven voertuigen een belangrijke factor voor de verbetering van het verkeer en meer in het bijzonder voor een gezonder leefomgeving.


Prototype seriële hybride GM gebaseerd op EV1, nooit gecommercialiseerd.


Het elektrisch voertuig maakt gebruik van energiebronnen die het zeer geschikt maken voor gebruik in een stedelijke en voorstedelijke omgeving.
Nochtans maakt het elektrisch voertuig slechts een zeer marginaal deel uit van het gerij in ons land. De redenen hiervoor zijn niet louter technologisch: de huidige batterijtechnologie laat een autonomie van 150 tot 250 km toe, hetgeen overeenstemt met een marktaandeel van 20 tot 35%. Dit stemt overeen met de behoeften van de meeste pendelaars, tweede gezinswagens, alsmede voor de meeste lichte nutsvoertuigen. Voor de energiebevoorrading van het voertuig volstaat een stopcontact.


Welk is dan de ware reden voor de afwezigheid van de elektrische voertuigen op onze wegen? Men moet hier ondermeer de constructeurs met de vinger wijzen: zij zijn weliswaar in staat om goed bruikbare elektrische voertuigen te verwezenlijken, maar doen zeer weinig om ze ook op de markt te brengen, integendeel! General Motors introduceerde de EV1, maar stopte de productie en liet de voertuigen zelfs verschroten. Hier in Europa hebben zowel PSA als Renault de productie en ondersteuning van hun elektrische bestelwagens stopgezet. Er zijn weliswaar hybride voertuigen van Japanse makelij verkrijgbaar, maar het is voorlopig nog wachten op een plug-in versie die gebruik kan maken van goedkope en schone energie uit het stopcontact.

Het is dus meer dan nodig dat er de nodige politieke initiatieven worden genomen om technologieën te promoveren die een oplossing kunnen bieden voor het probleem van een duurzame mobiliteit. Er wordt enorm veel overheidsgeld gespendeerd in onderzoek naar waterstoftechnologie, maar deze zal slechts commercieel beschikbaar zijn op langere termijn en is bovendien hoegenaamd niet energie-efficiënt vergeleken met de rechtstreekse toepassing van elektrische energie.

Om tevens de huidig beschikbare batterij-elektrische en hybride oplossingen te ondersteunen, is er thans echter een petitie-actie gelanceerd door een aantal internationale wetenschappelijke verenigingen, met name AVERE, CITELEC en EPE, een initiatief dat wij ten volle steunen en u dan ook met aandrang aanbevelen! De petitie is toegankelijk op de site:


Labels: